Tekstversie

U bevindt zich hier:

Geloofsopbouw

Streuper&Streuper

Prikkels

Discussie

Zoeken naar:

Algemeen:

Startpagina

Gedenken en geloven

Simon Streuper

Als oudste redactielid van de Bode heb ik uiteraard langer geschiedenis meegemaakt dan de andere leden. (wachten jullie nog maar heel even en jullie hebben deze status ook bereikt, de tijd gaat snel). Terugzien in de tijd heeft positieve en negatieve aspecten. Het is maar net waar je naar kijkt, naar je eigen rol of naar de rol die de Heer gespeeld heeft in dat kleine stukje van jouw beleving…

Eenheid

De Broederbeweging heeft vanouds veel klemtoon gelegd op 'de eenheid van het lichaam van Christus', en daarmee verbonden het avondmaal dat gevierd wordt aan de tafel van de Heer, kortom: het vergaderd zijn tot de naam van de Heer. Dat was om zo te zeggen ons handelsmerk. Met wat ons daarover is geleerd is in het algemeen gesproken niets mis. Maar we hebben zoveel steken laten vallen dat de praktij het best omschreven kan worden als een broddelwerk van de ergste soort. Er is veel gebeurd - in ieder geval wat mijzelf betreft. Een boetekleed zou ons (mij) niet misstaan. Vooral even voor en in de tachtiger jaren ontbrak het ons niet aan veel kwalijke brieven (ook voorzien van mijn handtekening) die nooit geschreven hadden mogen worden. Het product dat wij samen leverden was tegenovergesteld aan wat we volgens de broedertheologie gepromoot hadden: verdeeldheid alom.

Daar ben Ik in het midden

Mattheüs 18:20 hebben sommigen wel eens de grondslag van ons samenkomen genoemd. Is dat niet al te hoogmoedig gedacht? De leiders van Israël hadden in de dagen van Micha ook de mond vol over de aanwezigheid van de Heere. Volgens eigen zeggen steunden zij op de Heere en zeiden: Is de Heere niet in ons midden? Maar Micha wond er geen doekjes om, legde hun zonden bloot en kondigde hen het oordeel aan dat God ook voltrok. Hoogmoed speelde het volk parten.
Geef mij dan maar liever het woord van Jeremia (in 14:7-9) 'Al getuigen onze ongerechtigheden tegen ons, Here, doe het om uws naams wil. Want vele zijn onze afdwalingen, tegen U hebben wij gezondigd ( ) Waarom zoudt Gij zijn als een verbijsterd man, als een strijder die niet kan helpen? Gij zijt toch in ons midden, Here, uw naam is over ons uitgeroepen. Laat ons niet aan ons lot over.' Hier is sprake van verootmoediging en nederigheid. Dat past ons beter.

Deze schriftplaatsen met elkaar vergelijkend kom je tot de conclusie dat wanneer je zo hard roept dat de Heer in het midden is, je het risico loopt er faliekant naast te zitten. Wanneer je boven je gemeente de woorden uit Mattheús 18:20 plaatst, mag je toch in ieder geval verwachten dat de broeders en zusters elkaar in liefde trachten te verdragen en samen naar een oplossing van de problemen zoeken. Dat heeft vaak ontbroken!
Het boek 'Het verhaal van de Broeders' van mijn mederedacteur W.J.Ouweneel ( dat hij betreurt te hebben geschreven) droeg als ondertitel '150 jaar falen en genade' Wij zijn nu al weer 25 jaar verder. We hebben er weer 25 jaar falen aan toegevoegd. Maar de Heer laat het er kennelijk niet bij zitten. Ons falen is voor Hem geen reden geweest ons aan ons lot over te laten. Hij is een geduldig Leermeester en is in zijn zachtmoedigheid en nederigheid ook nu weer tot ons gekomen om ons opnieuw te onderwijzen. Hij geeft het niet op! Overal om mij heen zie ik het licht van Gods genade door donkere wolken heen baan breken. Er is licht van boven en daarom een hoopvolle toekomst.

Leer van Mij (Mt 11:28-30)
Bovengenoemde Schriftplaats spreekt over vermoeid en belast zijn en over de rust en de leiding die de Heer ons wil en kan geven. Bij het zoeken naar de oorzaak van het vermoeid en belast zijn van de gelovigen in dit gedeelte, ligt het voor de hand te denken aan de Farizeeërs en schriftgeleerden die al hun invloed en overredingskracht aanwenden om hun visie en opvattingen aan anderen op te leggen. Zij weten immers precies hoe het behoort. Op alle vragen kennen zij het antwoord. Maar toen ze ontdekten dat het hen niet lukte hun greep op het volk en op Jezus te verstevigen, werden ze grof en beweerden dat Jezus zijn wonderen verrichtte door Beëlzebul, de overste van de duivelen. In het 23e hoofdstuk geeft de Heer een profielschets van deze lieden, die lasten samenbinden om die te leggen op de schouders van de gelovigen, te zwaar om te dragen. Toen Christus geconfronteerd werd met de heerszucht van de Farizeeërs, hoe zij anderen naar hun pijpen wilden laten dansen, moet de Heiland gedacht hebben aan al die mensen die reeds het slachtoffer waren geworden van deze praktijken en naar rust hunkerden.
Ongetwijfeld zullen we dit allemaal herkennen. Het is ons allen ook overkomen dat ons door anderen godsdienstige plichten zijn opgelegd waaraan we moesten voldoen als we erbij wilden horen. Eisen die meer gebaseerd waren op leringen van mensen en niet op Gods Woord, of leringen die men wel baseerde op de Bijbel, maar intussen het Woord Gods geweld aandeden. Dat heeft tallozen opgezadeld met heel veel moeiten en lasten. Sommigen zijn er aan onderdoor gegaan; anderen hebben er de brui aan gegeven…
Maar nu zien we, Godzijdank, dat er vooral jonge gelovigen zijn, tot wie de stem van de Heiland is doorgedrongen: 'Kom tot Mij' . Zij vinden inderdaad rust bij Hem en leren van Hem. Zij gooien het juk van de leringen van mensen af en nemen het juk van Christus dat niet drukkend en zwaar, maar licht en zacht is, op zich. Zij gaan naast Hem onder hetzelfde juk voort om dienstbaar te zijn voor anderen. Zij leren van Hem hoe ze dat moeten doen. En wanneer er dingen fout gaan komt Christus niet met allerlei verwijten. Nee, Hij komt met zachtmoedigheid tot hen, want Hij is nederig van hart om hen te corrigeren en te bemoedigen. Dat geeft rust, diepe rust die in je ziel neerdaalt. Zijn aanwezigheid maakt het werk licht, hoe zwaar en moeilijk het ook is. Zijn aanwezigheid geeft ongekende en onbegrensde mogelijkheden die alle obstakels en opgerichte bolwerken zonder moeite aan de kant schuiven. Samen met Hem kun je alles aan en ga je een gouden toekomst tegemoet.

Gewapend strijden

Misschien zijn er lezers die mij van dromerijen beschuldigen. Zij denken wellicht: 'Dat zie ik nog niet gebeuren, de geschiedenis leert dat dat er niet in zit.' Wel, ik gun u uw twijfel, maar deel die niet.
We vinden genoeg voorbeelden in de Bijbel.
Paulus was een man die zich voorgenomen had het juk van de Heiland te dragen. Het resultaat daarvan was, dat toen de Korinthiërs Hem van allerlei dingen beschuldigden, aan de kant schoven en vernederden, Hij niet tot hen kwam met het gezag van zijn apostelschap. Had hij dat gedaan dan was de zaak geëscaleerd. Nee, hij kwam tot zijn tegenstanders in de zachtmoedigheid en goedertierenheid van Christus (2Ko10:1) niet met vleselijke wapenen, maar met krachtige, goddelijke wapenen waarmee bolwerken geslecht kunnen worden.
Dat zijn de wapenen die ons naar de overwinning voeren: zachtmoedigheid en nederigheid. Kijken naar Christus, Wiens juk wij samen met Hem dragen om de ploeg in de akker van de wereld voort te trekken opdat deze vrucht zal voortbrengen tot eer van God. Dit karwei moet en zal ook geklaard worden ,en het is een heel bijzonder voorrecht dat Hij ons bij dit werk wil inschakelen, want feitelijk kan dit werk alleen door Zijn kracht in ons worden gedaan. Daarvoor moeten we ons dan ook totaal aan Hem toevertrouwen. Hij maakt het onmogelijke mogelijk.
Gelooft u er nog in? Ik wel!

00001367