Het kennen van Jezus

Het kennen van Jezus

Simon Streuper



Het ziet er somber uit voor de kerk, Bert, wanneer je het rapport over de toekomst van de kerk wilt geloven. Ik geloof daar niet in. Dat velen de kerk verlaten, zegt minstens zoveel over de kerk als over de verlaters en maar weinig over waarachtig innerlijk geloven in de Bijbelse boodschap. Ik krijg, gezien vele ontwikkelingen, eerder de indruk dat het eenvoudig Bijbels geloof, dat méér gericht is op de Christus dan op de leer, terrein wint. Het is interessant om te constateren hoe verschillend en tegenovergesteld de oorzaken van kerkverlating worden geduid. Even verschillend en tegenstrijdig zijn de oplossingen die worden aangedragen. Ik voorzie en vrees, dat ook deze discussie, binnen kerken, eerder tot erger dan tot beter zal leiden. Er is alleen toename van stof tot discussie. Daarom adviseer ik je om je voor te nemen – net als Paulus – nergens anders over te willen spreken dan over Jezus Christus en die gekruisigd! De rest komt daarna vanzelf. Juist omdat het tegenwoordig in de kerk over alles en nog wat gaat, behalve over onze Heiland, zou de kerkverlating wel eens door kunnen zetten. Maar dat hoeft niet te betekenen dat er minder mensen hun vertrouwen op Christus gaan stellen.

Onlangs, op de Posbank, vroeg een moslim mij waar Duitsland ligt. Ik wees hem het torentje van Elten aan, en vroeg hem welke grenzen hij passeerde om hier te komen. Toen kwam er een verhaal van ellende.
Ik vroeg hem of God dat allemaal zo bedoeld kon hebben. Hij bleek te geloven in de God van de torah, de Koran en de Bijbel. Hij vroeg me hoe ik dacht over de Hezbollah, de Israëli’s, het moslimextremisme etc. etc. Ik legde hem uit dat ik niet één geloofsgemeenschap ken waarbinnen geen extreme ideeën voorkomen en worden gepraktiseerd, dat ik daarom begrip heb voor de scepsis van ongelovigen en van Jezus heb geleerd, dat ik alle mensen moet liefhebben. Natuurlijk kende hij de profeet Jezus en natuurlijk merkte hij terloops op dat God geen zoon heeft. Hij droeg daarmee een lawine van discussiestof aan. Waar moet je beginnen en waar eindigen? Dat is simpel zat. Je begint en eindigt eenvoudig bij Jezus. Méér heb ík niet nodig en méér hebben anderen ook niet nodig. Alleen bij Hem krijg je alles wat je nodig hebt. Het belangrijkste heb ik hem (en zijn vrouw) kunnen vertellen. Ik vertelde hen de reden waarom ik Jezus liefheb, en hoe ik weet dat Hij mij – en ook hen en hun zoontje - nog meer lief heeft dan ik Hem. Dat riep veel vragen en reacties op – o.a over het oordeel. Schitterend!
Natuurlijk had ik een heel interessante discussie kunnen voeren, bijvoorbeeld over de vraag of God een zoon heeft. Maar hoe kan ik anderen iets duidelijk maken, dat mijn verstand te boven gaat? Dat draait maar al te vaak uit op eindeloze en nutteloze discussies. Ik twijfel er niet aan, dat wanneer ze hun hart openen voor de Heer Jezus, Hij zich prompt aan hen zal bekendmaken als de Zoon van God, die hen lief heeft gehad. Hij alleen kan mensen overtuigen. Wij hoeven alleen maar te vertellen wat we in Hem hebben gevonden. Daarover is zelfs geen discussie mogelijk.

Mijn idee is, dat kerkverlaters zoveel tegenstrijdige informatie kregen over tal van onderwerpen dat ze er horensdol van werden, terwijl over Jezus niet werd gerept.
Vergeet men soms dat wij allemaal hetzelfde nodig hebben als deze moslims?: Jezus! Alles draait om het kennen van Hem, maar in de oorverdovende discussies sneeuwt zijn naam onder; alsof Hijzelf niet meer meetelt… zonde!!!



Bert Streuper

Er zijn veel redenen waarom mensen hun kerk de rug toekeren. Velen zijn teleurgesteld in kerk en mensen – in God. Het bracht hen niet wat zij ervan hoopten. Bijna massaal verlaten zij hun kerk. Misschien zegt de Here Jezus wel tegen alle achterblijvers: ‘Willen jullie ook niet weggaan?’ Dat zei Jezus immers ook tegen het kleine achtergebleven handjevol volgelingen, nadat velen Hem niet meer wilden zien en aanhoren? Petrus riep onmiddellijk verontwaardigd uit: ‘Here, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en erkend, dat Gij zijt de Heilige Gods’ (Joh. 6:67-70). Maar, daar gaat het natuurlijk niet om kerkverlaters, maar om zij die Jezus verlieten. En dat zijn twee heel verschillende zaken – helaas. Ik bedoel, de kerk behoort het Lichaam van Christus te zijn. Waar de Kerk is, daar is Christus; waar Christus is, daar is de Kerk. Zo hoort het te zijn, maar de praktijk is anders. Er zijn kerken waar de levende Zoon van God, gestorven voor onze zonden, niet welkom is. Er is van alles mis met het instituut kerk, maar niet met de Here Jezus en het evangelie. Vandaag nog las ik een brief van een teleurgestelde kerkverlater. Hij veronderstelde dat veel kerkverlaters misschien wel de meest toegewijde christenen zijn. Dat is niet onmogelijk.

Vooralsnog verlaat ik ‘mijn kerk’ niet. Hoewel ik daar soms ook wel word teleurgesteld. Maar in mijn kerk zie ik nog te veel van Christus in mijn medegelovigen. Wat volgens mij niet in overeenstemming is met het evangelie, zie ik als een uitdaging om daar op een discipelwaardige manier mee om te gaan. Dat valt me niet altijd mee. Heel soms heb ik ook de neiging om weg te lopen. Maar ik ben erachter gekomen dat het lang niet altijd aan ‘de kerk’ ligt, of aan mijn medebroeders en zusters. Vaak ligt het aan mijzelf. Waar ik ook ben, in welke kerk dan ook, steeds weer neem ik mijzelf mee. Overal word ik geconfronteerd met mijzelf. Dat moet ook. Wie dichter bij Jezus wil komen, komt dichter bij zichzelf. Ik moet veranderen, worden zoals Jezus en doen wat Hij deed. Naast het feit dat de kerk voor mij een plek is om samen met anderen God te ontmoeten, is het ook de ‘werkplaats’ van de Heilige Geest. Lastige situaties daar en andersdenkenden en voelenden, zijn ideale omstandigheden om getraind te worden zoals God mij heeft bedoeld. Maar wanneer het niet meer mogelijk is om Jezus op die plek te ontmoeten, dan ga ik weg.

Pa, stel dat Jezus niet tweeduizend jaar geleden gekomen zou zijn, maar in onze tijd. Naar welke kerk zou Hij gaan? Zou Hij überhaupt naar een kerk gaan? Ik weet het niet. Dit weet ik zeker: ik wil bij de Here Jezus zijn! Ik wil Hem beter leren kennen. Hem heb ik nodig! Hierover moet ik niet alleen schrijven en spreken, maar dit moet ik vooral zelf handen en voeten geven. Ons grootste struikelblok is dat we in de kerk met allerlei niet onbelangrijke zaken bezig zijn: bijbelstudie, organisatie, evangelisatie, jeugdwerk, kringen enz., maar dat al deze werkzaamheden niet volledig worden gedaan vanuit onze relatie met de Here Jezus. Allerlei motieven spelen hun rol is onze werkzaamheden voor de kerk, waardoor Jezus op de achtergrond blijft. De kerk wordt daar niet mooier van. Wij moeten de kerken versieren met Jezus – Jezus alleen! Maar ook dan zullen er kerkverlaters zijn, maar dat zijn dan niet alleen kerkverlaters, maar ook mensen die Jezus verlaten. Zonde…



(C) 2005 - Alle rechten voorbehouden

Deze pagina afdrukken