Simon Streuper
Ook gekeken naar het jubileum van de Koningin Bert? Wij wel. Ik kreeg de indruk dat het haar wat heeft gedaan, de aandacht, de woorden, de attenties die in het kabinet een plaatsje kregen. Wat een creativiteit kan er in een onderdaan losbarsten wanneer hem of haar de gelegenheid gegeven wordt zijn waardering voorzijn vorstin tot uitdrukking te brengen in een ‘kunstwerk’. Dat vergt concentratie toewijding en tijd. Heb ik je al eens verteld van het schilderij ‘oud worden’ van Jozef Israëls, de Rembrandt van de Haagsche School, dat ik 25 jaar geleden op de bovenverdieping van Boijmans Van Beuningen zag? Het maakte nogal indruk op mij. Voordat ik naar beneden ging, liep ik een paar keer terug naar het schilderij, en als ik alleen was geweest, zou ik, toen ik het museum verliet, nóg een keer hebben gekeken. Israëls heeft maar geboft met de gave van zijn Schepper! Onlangs zag ik er een foto van en ‘stond’ in de geest weer in Boijmans. Drie á 4 weken ben ik, bijna dagelijks, een aantal uren geconcentreerd bezig geweest om het te kopiëren. Nu hangt het schilderij in de kamer. Wanneer ik er naar kijk, word ik er ín getrokken en bewonder opnieuw de gave van de Schepper die Israëls ten deel viel. Wát een schilderij!
Maar nu naar de onuitsprekelijke gave van God aan ons: Zijn Zoon, ónze Koning. Wij zullen Hem straks ontmoeten op het feest van ónze kroning en krijgen dan de gelegenheid Hem óns kunstwerk aan te bieden…
Eens verzocht een rijk man een groot kunstschilder een tekening van een haan te maken. Er werd wel een prijs, maar geen levertijd afgesproken. Na een maand kwam de man informeren naar de voortgang: nee, het is nog niet klaar, u moet nog geduld hebben. Er gingen ettelijke maanden overheen. Toen was het geduld van de man op. Hij wilde nu zijn schilderij anders ging de koop niet door. Daarop nam de kunstenaar papier en tekenstift en binnen korte tijd was het kunstwerk klaar. De man stond verbaasd en voelde zich gelijktijdig bij de neus genomen. In zo’n korte tijd zo’n resultaat en dat voor zóveel geld?
‘Loop maar even mee,’ zei de kunstenaar. Ze kwamen in zijn atelier waar de tekentafel vol lag en de wanden volhingen met studies van hanen. Een leger getuigenissen van zijn aandacht en ijver voor zijn onderwerp, maar óók een bewijs dat hijzelf nog niet zo tevreden was met het tot dan toe behaalde resultaat. Het kwam nog niet overeen met het beeld dat hij van de haan in zijn hart had.
Daaraan heb ik zitten denken bij het jubileum van Beatrix. Hoe boeiend wordt ons leven wanneer wij oog krijgen voor de heerlijkheid van de Heer en een beeld van Hem in ons hart krijgen. Dan groeit het verlangen, van je leven een kunstwerk te maken waarin de onnaspeurlijke rijkdom van Christus zichtbaar wordt. Stel je eens voor, dat je Hem dát kunstwerk kunt aanbieden wanneer je Hem van aangezicht tot aangezicht zult zien.
ONS CADEAU AAN GOD
Bert Streuper
Wat een opwindend idee, dat wij, kleine mensjes, de Allerhoogste blij kunnen maken. Ongelooflijk! Laten we meteen aan de slag gaan – als we dat al niet waren. Het is dan natuurlijk wel van groot belang om te weten waar onze Koning blij mee is. Gelukkig dat Hij dat aan ons heeft laten weten.
‘En al wat u doet, in woord of in werk, doet alles in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God de Vader dankt’ (Kol.3:17). Het gaat er niet zo zeer om wat we doen, maar veel meer hoe wij het doen en waarom. Of je nu evangelist bent, kapper of pizzabakker, daar gaat het uiteindelijk niet om. Onze intelligentie speelt ook geen rol. Ik heb eens iemand horen zeggen: God windt geen meetlint om ons verstand, maar om ons hart. We moeten iets moois van ons leven maken – het moet mooi zijn voor God! Het is ons cadeau aan Hem, wat uit ons hart moet komen. Daarom is het goed dat we ons zo nu en dan al afvragen wat God van onze levens vindt – van onze levenshouding, van onze intenties. Waarom schrijven u en ik in de Bode? Waarom houden we regelmatig spreekbeurten? Waar gaat het ons uiteindelijk om in al deze bezigheden? En wat zouden onze vrouwen, kinderen, buren en medegelovigen van ons vinden? Al deze vragen kunnen ons helpen om onszelf enigszins onder de loep te nemen. En als wij voor de rechterstoel van Christus staan, dan zal alles voor ons glashelder worden, wat we voor onszelf of voor God in naam van de Heer Jezus hebben gedaan. ‘Wat gedaan werd uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.’
Wij kunnen het ons niet veroorloven om voor onszelf te leven – dat kunnen we gewoon niet máken. Het zou voor ons een uitdaging moeten zijn om onszelf te verliezen in de Zoon van God, en voor Hem te leven. We moeten iets moois maken van ons leven – een kunstwerk. Ik heb nog een anekdote in dit verband. Een klein meisje maakte een tekening voor haar vader; half liggend op de grond, met het puntje van haar tong tussen haar tanden. Toen de tekening klaar was, gaf ze met veel enthousiasme de tekening aan haar vader. Vaders ogen straalden, nam zijn dochter op schoot en bedankte zijn dochter opgewonden voor de mooie tekening. Voor velen was de tekening misschien weinig indrukwekkend. Maar de vader was enthousiast en oprecht blij! De tekening was met liefde, speciaal voor Hem getekend!
Misschien mogen we het zo zeggen: God heeft ons, als cadeau, het leven gegeven. Wat wij met dat leven doen, mogen wij als een cadeau opdragen aan Hem…