Wat is groter wonder dat ik Hem, of dat Hij mij liefheeft?
Een groot wonder
Het is een geweldig wonder dat God mij liefheeft. Gods Woord is heel duidelijk. Op tal van plaatsen lezen we ervan in de Bijbel en zien we het in de geschiedenissen. God is liefde! Het behoort tot zijn Wezen onvoorwaardelijk lief te hebben. Maar Hij is niet alleen Liefde, Hij is ook Licht en zal ieder die de duisternis liever heeft gehad dan het Licht, en er voor gekozen heeft zich niet tot een vergevend God te keren, onherroepelijk en voorn eeuwig met de satan in de hel verderven.
Hij zou niet de God van de Bijbel zijn wanneer het anders was. En Hij bewees het door zijn Zoon over te geven in handen van zondaren om voor diezelfde zondaars, die bovendien zijn vijanden waren en zich ook als zodanig gedroegen, een hoopvolle toekomst te bereiden. Een ongelooflijk wonder van liefde en genade. Maar de waarheid ervan heeft Hij bewezen! Zijn handelwijze is in volkomen overeenstemming met zijn Wezen. Daarom rechtvaardigt Hij zondaren die zich toevertrouwen aan zijn Zoon.
Een nog groter wonder
Maar dat een zondaar God lief krijgt, is een nog groter wonder. We zagen zojuist dat God liefheeft, omdat Hij liefde is. Uit de bron van liefde kan alleen liefde opwellen.
Maar dat ik, een zondaar – en dus een vijand van God – naar waarheid en met heel mijn hart kan zeggen en zingen: ‘Ik heb U lief!’ ervaar ik als het aller-, allergrootste wonder. Ik kan niets bedenken dat mij meer blijdschap en vreugde geeft. Niets dat mijn bewondering groter kan maken. Ook niets dat mij kleiner, ootmoediger, vergevensgezinder, verdraagzamer en toegewijder aan de Heer kan maken dan dat ik kan zeggen: ‘Ik heb U lief!’
Met heel mijn hart te kunnen zeggen ‘Ik heb U lief’ gaat immers regelrecht in tegen alles wat in het hart van de natuurlijke mens leeft. Dat een uitgesproken aartsvijand van God verandert in een mens wiens hart verknocht wordt aan God en aan Christus, en gedrongen wordt te zeggen: ‘Ik heb de Here lief!'(Ps116:1), dát verbaast mij uitermate!
Wanneer David, die bij de belofte van God leefde, losbreekt in een spontane lofzegging: ‘Ik heb U hartelijk lief, Here…’ (Ps18:1), hoeveel te meer reden heb ik dan wel, die na de vervulling van de belofte leef, met heel mijn hart en uit volle borst het uit te jubelen: ‘Ik heb U lief!’
Er is alle reden om samen met alle heiligen en met volle overtuiging en uit volle borst enkele verzen uit Geestelijke liederen nr 49 te jubelen:
Ik heb U lief, o God, zo vol genade,
zo goed, zo trouw, zo mild.
Ik heb U lief, U, die het eerst mij minde,
mijn rotssteen en mijn schild.
Ik heb U lief, alleen zal hij nooit wezen,
die U, o God, bemint.
Ik heb U lief, en ’t is uw eigen liefde,
die G’ uitstort in uw kind.
Ik heb U lief, dat is de lust mijns leven,
behoefte voor mijn hart.
0 God mijns heils, doe Gij mij nooit vergeten
uw vriend’lijk vaderhart.