Is de Rooms Katholieke Kerk het anti-christelijke Babylon (Hebreeuws: Babel)?
De Bijbel vertelt dat de inwoners van het oude Babel een toren wilden bouwen die tot aan de hemel reikt. Het is een Bijbels symbool van opstand tegen God. Babel is de bakermat van gruwelijke afgoderij dat zich verspreid heeft over de hele aarde. De oude stad lag in het huidige Irak en is tot een puinhoop geworden,
In het boek Openbaringen lezen we over de grote hoer die genoemd wordt het grote Babylon (= Babel), de moeder van de hoeren (afgodendienaars) en van de gruwelen (afgodendienst) van de aarde. Het is een verfoeilijk systeem geïnspireerd door de satan en in dienst van de antichrist. De geografische ligging van dit afgodisch religieus systeem is niet het oude Babel maar is gebouwd op zeven bergen, een verwijzing naar de stad Rome dat op zeven heuvelen is gebouwd. In deze stad zetelde de keizer van het machtige Romeinse Rijk en de Bijbel leert dat aan het eind der tijden zowel de politieke als de religieuze macht hier geconcentreerd zal zijn: het grote Babylon (Op.17).
Een vergelijking met de RKK dat zijn zetel in Rome heeft, lijkt dus voor de hand. De vraag is echter of het correct is om de huidige RKK dezelfde gruwelijkheden toe te dichten welke in Openbaring 17 aan haar worden toegeschreven. Hier is nog wel het een en ander tegen in te brengen.
De hoofdstukken 2 en 3 van Openbaringen geven in de zeven zendbrieven een korte profetische schets van de ontwikkelingen van de kerk – de geschiedenis van opkomst en verval – gedurende bepaalde perioden waarin de kerk zijn geschiedenis schrijft. Er is sprake van gelovigen die trouw blijven en beloning ontvangen, maar ook van ontrouwe afvalligen die niet aan het oordeel zullen ontkomen. Christus heeft het voorzegd: de vijand heeft onkruid tussen de tarwe gezaaid. Tarwe en onkruid zullen tot aan Christus’ komst naast elkaar opgroeien.
De zeven brieven en hun inhoud, karakteriseren respectievelijk zeven opeenvolgende perioden in de kerkgeschiedenis. Ik ga nu alleen in op de negatieve aspecten van elke periode. Deze negatieve aspecten hebben alles te maken met de geest van Babylon die uiteindelijk tot afgodendienst en afval leidt.
Kort overzicht
In Efeze begint het met het verlaten van de eerste liefde. Dat is de eerste funeste stap naar Babylon, het zoeken van eigenbelang en het verlaten van God. De brief aan Smyrna betreft de periode van christenvervolgingen waarin de gelovigen worden bemoedigd om niet bevreesd te zijn. Toch zijn er gelovigen die van het rechte pad afwijken en een synagoge (leerschool) van satan vormen. Na deze periode van vervolging is er in Pergamus sprake van strijd in verband met valse leringen (Bileam) die leiden tot het eten van afgodenoffers. Alle dwalingen die principieel in Smyrna al aanwezig waren worden openlijk in Pergamum gepraktiseerd en krijgen in Thyatire een vaste plaats in de persoon van de vrouw Izebel, die zich niet wil bekeren. Men laat haar begaan. Izebel heeft hiermee de beginselen van Babylon geïntroduceerd in de gemeente. De volgende brief is de brief aan Sardes. Er is geen sprake van afgoderij maar het oordeel is niet minder vleiend en onverkort ernstig: zij hebben de naam te leven, maar ze zijn dood. Zij worden opgeroepen zich te bekeren. Afwezigheid van openlijke afgodendienst is geen garantie dat er geen innerlijke afgodendienst aanwezig is waarmee men zich bezoedeld en van God afkeert. Alleen de brief aan Filadelfia (= broederlefde) vermeldt geen afwijkingen. Zij hebben kleine kracht, hebben Gods Woord bewaard en zien verwachtend uit naar de komst van de Heer. Tenslotte is er de brief aan Laodicea. Hier zien we dat de kerk in zijn geheel zodanig verdorven is dat Hij ze uit zijn mond zal spuwen. Allen worden opgeroepen zich te bekeren. Feitelijk staat de Heer buiten. Hij klopt aan de deur van ieders hart om binnengelaten te worden.
De laatste vier gemeente typen blijven naast elkaar bestaan tot de komst van de Heer
Het is niet moeilijk in te zien dat in deze brieven sprake is van bepaalde invloeden en voortgaande ontwikkelingen, die eerst hun climax in Thyatire vinden. In iedere brief klinkt de oproep tot bekering of, zoals in de brief aan Smyrna tot getrouwheid gedurende de verdrukkingen. In Thyatire klinkt de oproep: houdt wat gij hebt opdat niemand uw kroon neme, totdat ik gekomen ben. Hieruit valt te concluderen dat de toestand zoals die in Thyatire wordt beschreven, zal blijven bestaan tot de komst van de Heer, om zijn gemeente in te voeren in haar hemelse bestemming. Maar ook in de brieven aan Sardes, Filadelfia en Laodicea is sprake van de komst van de Heer. Dat betekent dat de situaties zoals daarin beschreven – en noodzakelijkerwijs dus hun oorsprong in Thyatire vinden – ook tot aan de komst van de Heer zullen blijven voortbestaan. In de laatste drie brieven is weliswaar expliciet geen sprake van afgodendienst en van de gruwelen der aarde zoals in Thyatire, maar de uiteindelijke gevolgen van de ontrouw die daarin wordt beschreven zijn niet minder ernstig. Hen treft hetzelfde oordeel. De afwijkingen in Sardes en Laodicea zijn niet minder ernstig of minder goddeloos, dan die van Thyatire.
In alle 7 brieven is sprake van getrouwen en overwinnaars, geen naamchristenen, maar wedergeboren christenen. Voor allen geldt dat het oude voorbij is gegaan en nieuw leven hebben ontvangen. Bij de komst van de Heer zullen zij met Hem in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht en voor altijd bij hem zijn.
Het maakt niet uit of zij deel uit maakten van Efeze, Pergamum, Thyatire, Sardes of Laodicea. Christus scheert hen allemaal over één kam. Hij maakt scheiding tussen de schapen en de bokken. Er is hooguit verschil in gradatie van de afwijkingen. Wat dat betreft heeft satan veel pijlen op zijn boog. Zijn gedachten zijn ons niet onbekend!
Herkenning
In grote lijnen is in deze brieven de christenheid van de eerste eeuwen te herkennen. Na Efeze, Smirna en Pergamus markeert Thyatire het draaipunt in de geschiedenis van de kerk. In 353 AD gaf keizer Constantijn bevel de heidense tempels te sluiten en werd de gemeente van Christus een staatskerk. Hierdoor kreeg de wereld zeggenschap in de kerk en maakte de baan vrij voor Izebel en de grote hoer. In Sardes herkennen we de geschiedenis van o.a. de hervorming, in Filadelfia die van het reveil en in Laodicea, dat uit Filadelfia voortkomt, die van een christendom dat noch heet, noch koud is, maar lauw.
Voor een gezond geestelijk oordeel is het nodig, goed te beseffen, dat binnen al deze christelijke gemeenschappen- zonder uitzondering het geestelijke Babylon hoogtij viert. Van Rooms Katholiek tot alles dat zich hervormd, gereformeerd, luthers evangelisch of christelijk noemt. Overal en altijd zijn er antichristussen opgestaan met dwaalleringen. Velen wijken van de waarheid af. Maar het fundament dat God gelegd heeft, ligt onwrikbaar vast en draagt het opschrift: ‘De Heer weet wie hem toebehoren’ en ‘Laat ieder die de naam van de Heer noemt, onrecht uit de weg gaan’. Dit is een eenvoudige en doeltreffende proef voor elke gelovige om er achter te komen of iemand de Heer toebehoort of niet.
Het is verleidelijk jezelf te rekenen tot Filadelfia (broederliefde) waarin geen enkel punt van kritiek genoemd wordt, maar dat lijkt verdacht veel op de geest van Laodicea: ik ben rijk en heb aan geen ding gebrek. Bovendien schermt men zich dan ook af van Gods kinderen uit de andere denominaties die zich bevinden in gemeenten met het karakter van Thyatire, Sardes en Loadicea, en is in strijd met het woord van de Heer: Eén is uw Meester en gij zijt allen broeders.
Na bovenstaande opmerkingen luidt mijn antwoord op de vraag of de huidige Rooms Katholieke Kerk identiek is met de ‘het grote Babylon’ uit Openbaring 17: Nee. Eerst nadat de gemeente is opgenomen en de tegenhouder (de H.G.die in de gemeente woont) kan Rome uitgroeien tot dit antichristelijk fenomeen.
Argumenten:
Zolang de Heer nog niet is gekomen om zijn gemeente thuis te halen bevinden zich in alle denominaties kinderen van God, ongeacht de dwalingen die er worden verkondigd. Eerst wanneer de gemeente is opgenomen, zal de antichrist zich ten volle kunnen openbaren. Alle dwaalleraren uit alle kerken en kringen zullen zich verenigen en – wat voor de hand ligt – hun religie in Rome vestigen en samen zich onder het gezag van de grote hoer stellen en het beest uit de afgrond aanbidden.