De tirannie van de theologie
Simon Streuper
Er is (alweer) storm op til (nov.2004). Krant en tijdschrift liegen er niet om. De gereformeerde theologie wordt bedreigd door de evangelische beweging. Alles wat tot de gereformeerde theologie behoort — Schrift, belijdenis, ambt en sacrament — moet opnieuw in stelling worden gebracht om de kwalijke invloed van de evangelische theologie te keren. Ruik jij de kruitdampen ook al, Bert? Ik vraag jou of dat gedoe deel uitmaakt van de gezonde woorden van onze Heer jezus Christus en de leer van de godsvrucht, of komt hier de geest van hoogmoed tot leven van mensen die niets weten en een zwak hebben voor geschillen en haarkloverijen, een bron van nijd, twist, lasteringen, kwade vermoedens, en geharrewar bij mensen die niet helder meer zijn van denken en het spoor der waarheid kwijtgeraakt zijn (1Tm6:2-5)? jij mag het zeggen!
Naarmate we geestelijk groeien, vindt het geloof zijn vastigheid meer in het betrouwbare Woord dan in de theologie waarin men geestelijk gevormd is. Het Woord is krachtig, levend en onveranderlijk. Theologie daarentegen is naar haar aard zwak en discutabel. Theologische geschillen vragen om een geestelijke aanpak, maar de geschiedenis toont een spoor van twisten resulterende in talrijke scheuringen en levert het bewijs dat er op een wereldsgezinde
wijze mee omgegaan is. Daarin doen de evangelischen niets onder voor de gereformeerden. En dat heeft alles te maken met theologie.
Theologie is en blijft een feilbaar menselijke poging om Gods Woord overzichtelijk en begrijpelijk in te kaderen. Het blijft een poging omdat Gods Woord, evenals God Zelf, ons verstand te boven gaat. Nooit zullen we Beide in onze vingers krijgen!
Theologie wordt ten onrechte door sommigen van haar beoefenaars gelijkgesteld met wat de Bijbel leert. Wie dat doet, belijdt feitelijk niet langer het sola scriptura, maar ‘eerst de theologie en daarna de scriptura’ en doet daarmee te kort aan de Schrift en aan God. Wanneer de theologie gaat heersen over Gods Woord, verandert zij prompt in een veeleisende en niets ontziende tiran onder wiens bewind men moet steunen en kreunen, scheiden en lijden.
Wanneer zullen we onze les leren?
God heeft ons niet zijn Woord geschonken om theologie te bedrijven, en elkaar daarmee om de oren te slaan, maar als een lamp voor onze voet en een licht op ons pad. Om te wandelen met God. Ook te midden van verdeeldheid. Wandelen met God wordt gekenmerkt door vrede en niet door onderlinge kerkenstrijd. Degenen die wandelen met God, herkennen elkaar daaraan, vinden elkaar en gaan samen (hoe dan ook) stap voor stap verder. Gods Woord is voor hen geen fel brandend zoeklicht dat zijn stralen kilometers ver vooruit werpt langs gereformeerde of evangelische ijkpunten, maar een betrouwbaar brandend olielampje dat net voldoende licht voor één stap voorwaarts verspreidt. Meer hebben we ook niet nodig. Dat lampje is als Gods vaderhand, waaraan je zelfs met gesloten ogen de goede weg kunt vinden. Net als Christus Zelf, Die gezegd heeft: leer van Mij. Die Leer overtreft elke theologie en is heilzaam. Zo niet, dan blijkt theologie heilloos te zijn.
De tirannie van mijn theologie
Bert Streuper
Zoals u zegt: theologie is en blijft een feilbaar menselijke poging om Gods Woord overzichtelijk en begrijpelijk in te kaderen. Het is een middel dat ons enorm kan helpen, maar ook — bij verkeerd gebruik — enorm kan schaden. Ik worstel er bij tijden zelf mee. Nee, ik stuur geen brieven naar kranten en tijdschriften. Mijn strijd uit zich met in een discussie met gelovigen, maar wordt vanbinnen gestreden — in mijn ziel. Ik zal u er wat over vertellen.
Zoals u weet, gaan wij als gezin al ruim een jaar niet meer naar de geloofsgemeenschap waarin ik mijn wortels heb; in de stad waar wij wonen is die gemeenschap er niet meer. Ik ben er nog steeds niet helemaal aan gewend om naar een an-dere geloofsgemeenschap te gaan. Maar juist nu ik in aanraking ben gekomen — van heel dichtbij! — met gelovigen die ‘de leer van de broeders’ nauwelijks kennen, zie ik de valkuilen van het aanhangen van die (of een andere) leer. Ik ben er al een paar maal ingetuind. Regelmatig hoor ik bijv. dingen beweren in onze geloofsgemeenschap, die recht ingaan tegen dat wat mij altijd is geleerd. Soms verwart mij dat. En juist in die verwarde toestand dreig ik in die (val)kuil te vallen. Mijn eerste reactie — die ik niet hardop uit — is een reflex van `wat ze zeggen of doen klopt
niet met de Bijbel’. En zie, daar val ik voorover in de kuil op mijn gezicht; alsof dat wat mij geleerd is altijd precies hetzelfde is als wat de Bijbel leert! Gods Woord is onfeilbaar, een theologie niet. En dat onderscheid moet ik blijven zien. Wie dát onderscheid niet maakt, zet zijn eigen interpretatie van Gods Woord gelijk met dat wat de Bijbel zegt. Kritiek mag je dan niet meer hebben. Eenzelfde vorm van hoogmoed zag je bij De Gaulle die zei:’I’État, cést moi!’ (De staat dat ben ik). En daarmee pareerde hij alle kritiek en beschuldigingen dat hij de staat schade zou berokkenen.
Toen ik voor de eerste keer in onze nieuwe ‘kerk’ was, zat ik op het puntje van mijn stoel; het moet allemaal wel kloppen met de Bijbel. En daar heb ik dan weer helemaal gelijk in. Al heel snel kon ik rustig achterover gaan zitten. Mijn broeders en zusters hebben God lief. Ze geloven in de Here jezus als hun Heiland en Heer. En de Bijbel is ook voor hen het Woord van God. Samen met hen wil ik dichter bij God komen en Hem eren. Daar strekken wij ons naar uit. Iemand zei eens: ‘Als iemand me alleen een correcte leer te bieden heeft, glip ik er meteen bij de eerste pauze tussenuit om het gezelschap te zoeken van iemand die zelf gezien heeft hoe lieflijk het gezicht is van Hem die de roos van Saron is en de Lelie in de vallei. Zo iemand kan mij helpen en niemand anders