DE VROUW (2)
De vrouw is vanaf de zondeval al middelpunt van vooral negatieve aandacht en kritiek. Sinds mensenheugenis is dat alleen maar gegroeid en er is geen kijk op dat dat ooit zal verminderen!
Gods vloek troffen Adam en Eva:
Adam zou voortaan zwoegend eten van zijn arbeid en Eva met smart kinderen baren terwijl haar begeerte naar haar man uitgaat en hij over haar zou heersen.
En als u mij vraagt wat de reden is dat de vrouwen door mannen overheerst worden, is dat te wijten aan alle mannen die na Adam werden geboren , omdat zij de vloek van God hebben opgevat als Gods opdracht hun vrouwen te onderwerpen aan hun eigen gezag.
Kijk maar naar die brallende Lamech in Genesis 4, die opschept over zijn crimineel gedrag t.o.v. zijn slachtoffers en zijn vrouwen, waarbij elke weldenkend mens huivert!
Gelukkig stelt het OT ons ook heel belangrijke vrouwen voor die speciaal door God werden verkoren om bijzondere taken te vervullen, zoals Jaél (Richt 5:24), Esther, Naomi, Ruth, Sara, Hanna etc.etc. Al deze en nog veel meer vrouwen werden door God ingezet met een bijzondere taak. Maar evenals in het OT gebruikt God in het NT vrouwen tot heel bijzondere taken, zoals: Maria, Elisabeth, Hanna en verschillende Martha’s!
NA PINKSTEREN
Na pinksteren wordt alles anders en nieuw. Ook de onderlinge verhouding tussen man en vrouw worden drastisch veranderd.
Na de uitstorting van de Heilige Geest vlammen de vuurfakkels zowel boven de hoofden van mannen als van vrouwen en spreken zij woorden die de H.Geest hen inblies.
Daar blijft het echter niet bij: Nadat Paulus ons in Rom 7 uitlegt waardoor we bevrijd worden van de wet der zonde en de dood, begint hij Rom 8 met de juichkreet: Nu is er geen veroordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn: want de wet van de Geest des levens in Christus Jezus heef mij vrijgemaakt van de wet van zonde en dood………om niet langer naar het vlees, maar naar de Geest te wandelen!
Wanneer we vervolgens naar 1Kor 14 gaan waarin het over genadegaven gaat die de Geest uitdeelt, moedigt Paulus ons aan om door de liefde (1 kor 13) vooral te streven naar de gave van profetie, want wie profeteert spreekt tot stichting, vermaning en vertroosting.
Op geen enkele plaatst vinden we in Gods Woord dat alleen broeders daarnaar moeten streven, noch dat vrouwen bepaalde gave niet zouden hebben ontvangen of alleen mogen gebruiken onder specifieke omstandigheden! Ze moeten overal en altijd worden ingezet, gelegen en ongeoorloofddoor hen die ze ontvingen!
Vooral in het derde hoofdstuk van Galaten wijdt Paulus uitvoerig aandacht aan het ongeoorloofd verschil maken.
Direct al in het eerste vers geeft hij hen onder uit de zak en stelt hij hun opvattingen aan de kaak.
“O onverstandige Galaten, wie heeft u betoverd?…Zijt gij zó onverstandig? Gij zijt in de Geest begonnen, wilt gij nu in het vlees volmaakt worden?
En na een aantal tussenzinnen komt hij tot de slotsom
“Want zovelen gij tot Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. Daar is geen Griek of Jood. Daar is geen slaaf of vrije, daar is geen man of vrouw, want gij zijt allen één in Christus. En als gij van Christus zijt, zijt gij Abrahams nageslacht en volgens belofte erfgenamen. (:28,29)
Onder de Galaten waren hoog oplopende geschillen o.a. over de toepassing van de wet. Maar feitelijk is dit hoofdstuk toepasbaar op tal van geschillen.
Nuchter beschouwd kan ik mij niet voorstellen ondanks duidelijke Bijbelse principes) dat ik ooit de gedachte toegedaan was, dat vrouwen moesten zwijgen in de gemeente, terwijl ik er nu voor pleit de zusters ruim baan te geven om te streven hun gaven tijdig en ontijdig te gebruiken overeenkomstig de opdracht van Jezus zelf!
Ik begrijp maar al te goed, dat mijn oproep indruist tegen de leer van ‘Bijbelgetrouwe’ voorgangers en organisaties, die soms zelfs hun kerkdeuren voor hele groepenmensen wensen te sluiten.
IK begrijp dat ik hen hiermee tegen de haren instrijk, evenals Paulus’ vermaningen veel Galaten in het harnas gejaagd hebben.
Hen wil ik graag verwijzen naar 2 Korinthe 10 waar Paulus een hoofdstuk lang veel argumenten opnoemt voor zijn handelswijze.
Maa ook dat hij niet naar het vlees, maar in\ overeenstemming met de Geest ten strijde trekt om deze ongehoorzaamheid te wreken.
En tenslotte schrijft hij in vers 11: ‘Want wij durven onszelf niet te rekenen tot of vergelijken met sommigen die zichzelf aanprijzen; maar dezen, terwijl zij zichzelf naar zichzelf afmeten en zichzelf met zichzelf vergelijken zijn onverstandig. (vs 12)
Tenslotte beeindig ik deze Bijbelstudie met een vers uit 1 Korinthe 10:12
WIE MEENT TE STAAN ZIE TOE DAT HIJ NIET VALLE!